vrijdag, mei 05, 2006

Bijeenkomst Werkgroep 30.03.2006

Verslag van de Bijeenkomst 30.03.06

Aanwezig: Aad van der Perk, Fientje Van Otten, Jan Gysen, Levi Matuszczack, SamLanduyt

Verontschuldigd: André Vermaut, Hedwig Van Damme, Rit Van den Bergh

Tweede Deel Hoofdstuk III: Liefde hoopt Alles en wordt toch nooit beschaamd

Dit hoofdstuk wordt unaniem door ons als fundamenteel beschouwd of: Kierkegaard op zijn beste. Het begint al bij de aanhef: “De H. Schrift probeert… ons aards bestaan tot een feest en plechtig gebeuren te maken… door haar uitzicht op het eeuwige”. Voor Kierkegaard staat “eeuwig” voor “onverwoestbaar”, voor het Zijn, de Werkelijkheid zelf, die onverwoestbaar en “eeuwig”is dus. (Al zal de christen er fijntjes altijd bij willen voegen dat ze wel ooit “geschapen” werd…of haar ultieme zijnsgrond niet in zichzelf vindt). Dit eeuwige staat dan tegenover het “tijdelijke ogenblik” dat “los raakt van de eeuwigheid” Uit dit “belemmerende ogenblik komen” is het grote verlangen van elke mens, verlangen naar een “verlossende beweging”, verlossend uit “het stilstaande” door een “groot verwachtingsvol uitzicht” te krijgen. Pag. 235.

We denken aan Tagore, met zijn “gekooide vogel”. Het christendom doet dat door zijn “beeldende taal” (typische omschrijving door Kierkegaard, cf later ook Ricoeur en Wittgenstein) waarin het christendom verwijst naar “de eeuwigheid”. “Wat een plechtig feest”! .

“Eer en schande” - we denken hierbij aan bisschop Munster en de vader van K. als twee mensen uit zijn directe omgeving die daar heel veel problemen rond maakten in “wereldse” zin - worden door de hoop, “door de beoefening van de Hoop”, overwonnen; En het is de liefde “die groter is dan geloof en hoop” die de beoefening van de hoop op zich neemt, namelijk “de handeling om te hopen voor anderen”.(p. 237). Cf ook in Paulus, 1 Cor. 13: “geloof en hoop zullen vergaan, maar de liefde zal altijd bestaan”, dit omdat de liefde echte werkelijkheid vertegenwoordigt en dus de brug maakt van het aardse vergankelijke naar het eeuwige van de werkelijkheid, het Zijn zelf.

“Liefdevol (de daden van liefde…) alles hopen is het tegengestelde van vertwijfeld ( cf de Vertwijfeling) niets te hopen, noch voor zichzelf noch voor anderen.”.Alles hopen is altijd hopen. Hopen verhoudt zich altijd tot ‘het toekomende’, tot ‘de mogelijkheid’ en dit heeft altijd een dubbele betekenis: voor of achteruit, omhoog omlaag, goede of slechte. Maar het eeuwige IS. Het eeuwige nu treft het tijdelijke niet in het ogenblik, maar in het toekomende of in het mogelijke. Vgl hier even met de roes van het moment, de “kick”, de “happening”, het orgasme van het ogenblik.

De verwachting van ‘het toekomende’ – of datgene wat men hoopt – verdeelt zich door de noodzakelijke keuze op het moment ervan in twee gelijke kansen. De mogelijkheid van ‘het goede’ is hopen, de mogelijkheid van ‘het slechte’ is vrezen. Maar onmiddellijk al na de keuze is het mogelijke veranderd, want de mogelijkheid van het goede is het eeuwige. “Slechts in het “aanrakingsmoment” heeft het dubbele van de mogelijkheid (en de keuze eruit) gelijke kans”.”Door de beslissing de hoop te kiezen beslist men daarom oneindig meer dan het lijkt, want men maakt een eeuwige beslissing” (Pag 238). De mogelijkheid van ‘het slechte’ te kiezen leidt naar vrezen en vertwijfeling. K. zal dat in het tweede deel van het hoofdstuk nader toelichten.

De synthese staat op Pag. 241: “liefdevol alles hopen betekent de verhouding van de liefdevolle tot andere mensen, voortdurend de mogelijkheid open te houden met een oneindige voorkeur voor de mogelijkheid van het goede. Zo hoopt hij liefdevol dat de mogelijkheid van het goede in ieder ogenblik voor de andere mens aanwezig is. Dit betekent dat hij voor de andere mens een steeds heerlijker vooruitgang in het goede hoopt”.Daar tegenover staat dan de vertwijfelde die niet in staat is, door zijn twijfelen, “het goede aan te nemen” en in een spiraal van twijfelen en weer twijfelen ten onder gaat in vrees en beven. De rest van het hoofdstuk lijkt ons dan meer uitwerking te zijn van deze thema’s. Of zijn wij het die niet verder meer wensen te lezen?

Dat doen we opnieuw op vrijdag, 19 mei – 16 uur (uitzonderlijk omwille van afwezigheden in april en Hemelvaartweekend) dan lezen we samen verder, doe tijdig teken als u de tekst niet zou hebben.

Tot dan,

Sam Landuyt.