woensdag, april 20, 2005

Bijeenkomst Werkgroep 25 maart 2005

Verslag van de bijeenkomst

Aanwezigen: D.Kjaer Christiansen, S. Landuyt, F. Van Otten, A. Vermaut,
Verontschuldigd
: J. Gysen, E. Lodewyckx, L. Matuszczak, H. Van Damme, R. Van den Bergh. A. van der Perk, Chr.Vonck

IIIA De liefde is de vervulling van de wet (eerste deel)

- We wensen vooreerst Levi een goed herstel toe, na zijn operatie!

- Over belofte en gelofte. Er ontstaat een levendig gesprek over de “oirbaarheid” om “eeuwige geloften”(van “armoede, gehoorzaamheid en kuisheid”) te eisen, als voorwaarde tot priesterschap of intrede in een kloosterorde, geloften waarvan jonge mensen niet of nauwelijks de consequenties kunnen overzien. Er wordt ook aangestipt dat in b.v. de huwelijksbelofte of -gelofte eigenlijk vervat is of moet zijn dat men “op dat moment” “geheel en al” het woord IS dat men uitspreekt, dus onvoorwaardelijk zijn partner liefheeft. Dit onvoorwaardelijke heeft dan van zelf zijn gevolgen in het verloop van het leven. Maar wie kan dit waarmaken? Wel wordt aanvaard dat K. gelijk heeft als hij zegt dat lichtvaardige beloften het alleen maar moeilijker maken om iets te doen of niet te doen. Men is twee keer gebonden.

- “Ja- zeggers”: er wordt aangestipt dat in de Arabische wereld de zoon die ja zegt tegen zijn vader en neen doet, meer respect verdient dan degene die neen zegt tegen zijn vader, omdat hij zijn vader meer ‘respect’ vertoont… Dus opgelet voor culturele verschillen.

- We vestigen even onze aandacht op het “goddelijke gezag” (zoals uitgedrukt in de Wet van Mozes b.v.) dat “louter oog lijkt te zijn” omdat het, in tegenstelling tot het verstand en zijn schranderheid, verplicht tot ontmoeting: “jij bent het tot wie gesproken wordt”. Opgemerkt wordt dat we hier niet ver staan van en onderscheid moeten maken met “le regard” zoals J.P. Sartre er over schrijft, de dieptepsychologische vorsende en “objectiverende blik” van “de vader” op de zoon en aanleiding tot allerlei culpabilisaties en überego - tribulaties van het kind. Maar blijkbaar was Sartre toch meer een jongen toen hij die bijna paranoïde makende blik beschreef, want meisjes vinden die blik van de vader niet zomaar altijd negatief.

- De “vervulling van de wet”: wat is dat voor elk ons? Is het “ama et fac quod vis” (Augustinus)? Is het Liefde = Jezus Christus = Ik ben de vervulling van de wet? Namelijk, “wat de wet niet vermocht”, omdat ze “iets onbepaalds blijft hebben, ondanks al haar bepalingen" - pag. 108), dat deed Christus. Niet alleen inzicht brengen (doel van Socrates?) of dode letter blijven (zoals K. er bisschop Martensen en de filosofen van verdacht), maar kracht van verwezenlijking worden in de handeling: het woord spreken = het woord zijn. Bovendien was het “vervullen van de wet” voor Christus “een levensbehoefte”, namelijk het vervullen, volbrengen van de Wil van zijn Vader - pag.104. De Verklarende wordt het Verklaarde. Iets wat juist het verschil maakt tussen ons, andere mensen en Christus.

- K. worstelt duidelijk met zijn tekst zoals met zijn leven, om tot uitdrukking te kunnen brengen wat hij aanvoelt: de schijnbaarheid en toevalligheid overstijgen en komen tot de wezenlijkheid van alles. Hij vindt die in Christus, hier als Degene die Liefde IS en “de vervulling van de wet”. We vergeven hem zijn omslachtigheid die erdoor ontstaat, maar hebben ze wel gemerkt.

We lezen verder in dit hoofdstuk IIIA op vrijdag, 29 april 2005, om 20 uur. Tot dan!

Sam Landuyt

Summary: Struggling through the text, we discussed about the difference between 'promise' and 'vow' and the 'commitment' to which it refers, about 'idle' promises which are not kept, about the 'eye' of the 'divine authority' (as on the old pictures 'God sees me…'), and about the meaning of 'fulfilling the law'. We continue reading next time.