dinsdag, maart 20, 2007

Bijeenkomst Werkgroep 23 februari 2007

Werkgroep Kierkegaard - Verslag van de vergadering

Aanwezig: Jan Gysen, Sam Landuyt, Levi Matuszczack, Hedwig Van Damme, Rit Van den Bergh, Aad Van der Perk, Fientje Van Otten, André Vermaut, Chris Vonck.

Zoals afgesproken zou het eens iets anders zijn. Fientje Van Otten had gesuggereerd eens een praktische beleving van ‘Daden van liefde’ voor te stellen aan het ‘Kierkegaard-plenum’. Onder het thema ‘Incredibile India’ zou Dr. Jan Gysen spreken over zijn ‘Institute for Mother and Child’ ‘IIMC’ in Calcutta en Fientje met haar India-sympatisanten zouden commentaar geven bij de NGO’s die ze in januari bezochten in Gujarat.

Het IIMC is gegroeid uit de straaturgentie van Calcutta waar Dr. Jan, samen met het Rode Kruis, the Vivekananda-mission en Mother Teresa aan een straatjongen, Sujit’ de mogelijkheid gaf om arts te worden. Na zijn Indische studies mocht hij vier jaar aan de KUL specialiseren in pediatrie. Daarna vertrok hij terug om bij Mother Teresa te werken om na 2 jaar zijn eigen praktijk te beginnen. Hij startte in zuid-Calcutta in een eenvoudige koeienstal, bouwde met geld in België bijeengekregen, een school en wist na enkele jaren andere jonge dokters aan te trekken om hem te helpen. Het werk breidde zich enorm uit en verschillende dorpen vroegen om hun aanwezigheid. Met de absolute voorwaarde van gelijkheid tussen jongens en meisjes kwamen er in 15 jaar twintig lagere scholen tot stand en 5 medische centra. Jaarlijks worden er 100.000 patiënten verzorgd. Ze betalen inschrijvingsgeld (3 roepies= 3 oude Bfr.) waardoor we naam en plaats weten, maar ze krijgen daarvoor behandeling en medicatie gratis. Het instituut heeft een beheerraad met universiteits-professoren en mensen uit de industrie. Naast medische hulp zijn er uitgebreide sociale voorzieningen, Grameenbank, gratis rechtsbijstand, een Food-processing unit, een snit- en naadafdelingen en een centrum voor opleiding van jonge meisjes tot dorpsverpleging. Dagelijks wordt met 2 ambulancewagens of met een mobiele kliniekbus medische verzorging verleend in verschillende dorpen. Het gebied bestrijkt ongeveer de grootte van de Vlaamse provincies en heeft een bevolking van 8.5 miljoen mensen, hoofdzakelijk Hindoes. Het project wordt deze maand in Australië op de wereldconferentie van NGO’s voorgesteld als ‘modelproject van hedendaagse ontwikkelingshulp’. Dr. Jan die de ontwerper en bezieler van dit project is zal daar samen met Dr. Sujit Brahmochary een uiteenzetting geven. Een bekroning na 25 jaar India-activiteit.

De reportage over de eerste India-ervaring van Fientje en Co was aangenaam. Met een reeks beelden over verschillende NGO’s kwamen we er achter dat projecten vanuit de basis moeten groeien. Zij verbleven in de staat Gujarat waar de roots van Mahatma Gandhi liggen en brachten boeiende taferelen mee van de zoutwinning in de woestijn en het werk aan het spinnewiel. Aan iedere dia hing een oosters verhaal en een westerse verwondering. Het was treffend hoe in ieders beleving een drang naar liefde doorklonk. Ook waren ze te gast bij ‘diamantslijpers’ in opleiding. Ze besloten met enkele mooie en aangename beelden van gelukkige vrouwen die door de werking van de NGO’s hun waardigheid leerde kennen. Dankbaarheid kan zich niet mooier uitdrukken.

‘Daden van liefde’ kreeg met deze beide voorstellingen iets uit de praktijk. Ditmaal geen filosofische benadering maar getuigenissen met een warme hartelijkheid.

Volgende bijeenkomst: vrijdag, 30 maart 2007 om 16 uur – keren we terug naar de filosofische benadering en staat de verdere bespreking van het besluit van het boek Daden van Liefde op het programma.
Sam Landuyt.

Bijeenkomst Werkgroep 26 januari 2007

Werkgroep Kierkegaard - Verslag van januari 2007

Aanwezig: Jan Gysen, Sam Landuyt, Levi Matuszczack, Rit Van den Bergh, Aad Van der Perk, Fientje Van Otten, André Vermaut, Chris Vonck.
Verontschuldigd: Hedwig Van Damme, Marc Goetinck.

Daden van Liefde II, hoofdstuk X - De Liefdedaad om de liefde aan te prijzen
Zelfverloochening naar binnen toe, is waarin de daad van aanprijzen van de liefde moet gebeuren. Het woord zelfverloochening (pag. 338) roept vragen op. Wat staat er precies in het Deens? Het betekent, in de context genomen, wel zo veel als ‘zichzelf niet als het centrum of referentiepunt van de wereld bezien’, afzien van eigen glorie. Toch niet een ziekelijke neurotische negatie van het ik in zijn levensbelangen? Zo moet ook naar buiten toe dit aanprijzen van de liefde in onbaatzuchtigheid gebeuren, het pendant van de zelfverloochening naar de innerlijkheid toe.

K. beklemtoont andermaal de universaliteit van de liefde en haar veeleisendheid, of is het alles eisend, in absolute zin eisend, vandaar het gebod van de liefde? U moet ze allemaal liefhebben, de mensen.? Niet preferentieel één of enkelen of degenen die je bevallen, maar allen, zonder onderscheid. Hoe is dit precies te verstaan bij K. en… bij Christus? “"En iedereen die zijn huis, broers of zussen, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen" (Mt. 19,29 en Mk. 10, 29, Lk.18, 29) . Is dit een typisch joods – christelijke benadering - bvb niet zo geformuleerd in de hindoewijsheid - in de context van zondeval en verlossing? Wat is “de zelfzucht van de menselijke geest die moet gebroken worden wil men de ware verhouding tot God winnen”? (pag. 339). Of is liefde ingebouwd, als overal aanwezige mogelijkheid, in het leven zelf en in het bijzonder in de levende mens? En staat dan het gebod van de liefde als waarborg tegenover het feit dat liefhebben, daden van liefde stellen niet ‘vanzelfsprekend’ is voor de mens en door hem / haar moet gewild worden? “Wie wil liefhebben wordt het gegeven”

De bespreking wordt zoals steeds geanimeerd, de tekstkritiek wordt verlaten en er wordt meer geput uit eigen belevingen en ervaringen. Dit is meestal het interessantste deel van onze bijeenkomsten, zij het wel het minst filosofisch - rationele deel. Maar we delen onder elkaar onze bijzondere en eigen wijze van liefhebben, van liefde ervaren en beschrijven en ook dat is “aanprijzen van de liefde”.

Volgende bijeenkomst: 23 februari te 16 uur
wijken we even af van het klassiek patroon. Het project van Dr. Jan Gysen in India, waarover hij ons een aantal maanden geleden sprak, is bekroond door Unesco en in maart as. is hij uitgenodigd om dit in Maleisië te gaan voorstellen. Wat bij ons de vraag deed rijzen: als Dr. Gysen ons hiervan nu eens de primeur zou geven en deze ‘concrete’ daden van liefde in de bijeenkomst van februari zou voorstellen. Waarop Fientje Van Otten, pas terug van India, meer bepaald Gujarat, - waar ze ook bijna elke dag geconfronteerd werden met dergelijke ‘concrete’ daden van liefde – voorstelde ook hun ervaringen hieraan te koppelen en de bijeenkomst februari helemaal te wijden aan deze ‘concrete’ daden van liefde, met de nodige fotodocumentatie en toelichting van enkele medereizigers. Voor de vergadering van maart staat dan de bespreking van het besluit van het boek Daden van Liefde op het programma.


S. Landuyt