maandag, januari 16, 2006

Bijeenkomst Werkgroep November 05

Verslag van de bijeenkomst

Aanwezig: J. Geysen, A. Vermaut, L. Matuszczak, S. Landuyt, Chr. Vonck

Verontschuldigd: F. Van Otten, R. Van den Bergh

Vooreerst enkele praktische zaken:

- De bijdrage voor de werkgroep en het abonnement van de Acta Comparanda bedraagt 15 Euro en kan gestort worden op rekeningnummer: 001-1364212-80 van ACTA COMPARANDA, Bist 164, te 2610 Wilrijk

- Jan Geysen stelt voor om enkele artikelen over Kierkegaard, van de hand van een Nederlandse auteur, in een gedenkboekje te groeperen en voor de leden van de werkgroep ter beschikking te stellen. Met dank aangenomen!

- Als bijlage van De Morgen van zijn reeks Filosofen, komt er op 11 januari een boek uit over Kierkegaard’s filosofisch werk.

- Een Indische dame, professor en rector Universiteit, heeft een doctoraatsthesis geschreven over het werk van K. “Turning Point”. Jan Geysen zal trachten contact op te nemen met haar.

- Twee boeken worden ter recensie aangeboden: Kierkegaard Studies, Yearbook 2003 en Deutsche Kierkegaard Edition, Band I, Journale und Aufzeichnungen. Jan Geysen neemt de taak op zich.

- Karel Yssens (Utrecht) hoopt volgend jaar de vergaderingen te kunnen bijwonen.

- Vermeld wordt ook nog het overlijden dit jaar van de Franse filosoof Paul Ricoeur, manitou van de vertalingen van Kierkegaard naar het Frans. Ook het overlijden van Julia Watkin viel te betreuren. Zij vertaalde K. naar het Engels.

Het hoofdstuk dat besproken wordt is Daden van Liefde IV: Onze plicht de Mensen lief te hebben die we zien.

De algemene teneur van dit hoofdstuk is dat Kierkegaard zoals steeds de nadruk legt op de noodzaak van ernst en consequentie in de liefde, hier niet de liefde naar de naaste toe - zie voorgaande hoofdstukken hiervoor - maar naar de onmiddellijk bereikbare mens, “degene die we zien. Het gaat over de ernst en consequentie van de christen, maar ook over de consequentie van de filosoof tegenover wat hij verkondigt. Cf Socrates, Spinoza b.v.

Hierin past het gedeelte over de vraag van Jezus aan Petrus: “bemin je mij, bemint je me meer dan de anderen?” Vraag naar het wezen van Petrus en niet alleen of hij zichzelf kent. Iets wat vooral in de Oosterse traditie centraal gesteld wordt, in tegenstelling tot de Griekse – Romeinse traditie ( gnoti seauton). Men meent er argumenten in te vinden om te stellen dat Jezus in zijn opgroeiende jaren contacten en leermeesters gehad heeft met deze Oosterse stromingen, vermits ze niet zozeer in het klassieke Judaïsme voorkomen.

Staat de driedubbele vraag naar de liefde van Petrus voor Jezus tegenover het driedubbele verraad van Petrus? En toont Jezus hiermee aan hoe ernstig hij de liefde neemt, als hij later tijdens zijn lijden, zelf Petrus, ondanks zijn verraad, niet verloochent, maar consequent blijft aan de liefde die beiden voor elkaar uitgesproken hebben?

Jezus past de Wet toe van de Liefde en niet de wet van de wetten. De Orthodoxie heeft in haar traditie steeds meer de nadruk gelegd op het wezenlijk spirituele van Jezus’ Leer, terwijl het Westen meer geneigd was het wettische, het politieke zelfs, van de kerk te benadrukken in een vorm van een “verdraaid Jodendom”

Volgende bijeenkomst op 23 december te 16 uur: lezing van het hoofdstuk V.

Sam Landuyt

Geen opmerkingen: