woensdag, mei 20, 2009

Kierkegaard: Dagboeken en Aantekeningen - Een Recensie

Deutsche Søren Kierkegaard Edition
Band 2
Journale und Aufzeichnungnen
Journale EE – KK
onder redactie van Richard Purkarthofer en Heiko Schulz

met vertalingen van Sabrina Broocks, Hermann Deuser, Krista-Maria Deuser, Markus Kleinert, Richard Purkharthofer, Jens Eike Schnall en Heiko Schulz
W. de Gruyter, 2008; 777 blz.


Deze nieuwe Duitse vertaling (in totaal 55 delen) gebeurt in samenwerking met het Søren kierkegaard Forskningscenter in Kopenhagen en bevat het volledige oeuvre van de auteur, voorzien van toelichtingen, verwijzingen en vertalingen van o.a. Latijnse passages.

De inhoud van deel 2:
Journaals EE (1839, 1840-1841)
FF (1836, 1837, 1838)
GG (1838-1839)
HH (1840-1841)
JJ (1842,1842-1843,1843,1844,1844-1845,1845,1845-1846,1846,1842)
KK (1838,1839-1840,1838)
De bundeling van de teksten is van S.K. zelf; hij verkoos ‘journaal’ boven ‘dagboek’, dat eerder een literair genre is, terwijl met ‘journaal’ een weergave van gebeurtenissen in ruime zin bedoeld wordt.

“ Wie eine einsame Tanne,
egoistisch abgeschlossen und auf Höheres gerichtet, stehe ich, werfe keinen Schatten, und nur die Waldtaube baut ihr Nest in meinen Ästen“ (p. 88).

In de periode 1836 – 1846 vallen o.m. Kierkegaards studietijd in Kopenhagen, de onderbreking en herneming ervan, zijn theologisch ambtsexamen en de verdediging van zijn proefschrift “ Over het begrip ironie, vooral met betrekking tot Socrates” aan de filosofische faculteit ; verder ook de korte verloving met Regine Olsen en het vertrek naar Berlijn; tenslotte de publicatie van o.m.“Of-Of” (Enten- Eller) en “Stadia op de levensweg” ( Stadier på livets vej).

Wat de inhoud betreft, krijgen we allerlei bedenkingen i.v.m. zijn studie: zo weerlegt hij het systeem van Hegel en vindt overigens meer wijsheid bij de Griekse filosofen dan bij zijn tijdgenoten.
Op persoonlijk vlak zijn er enkele verwijzingen naar een diepe bewogenheid als Regine ter sprake komt, maar hier toont hij zich uiterst gereserveerd.
Daartegenover staat een veel meer uitgewerkte visie in zijn religieuze overdenkingen,
met thema’s als de menswording, vergeving, geloofsbeleving, gebed of lijden.
Hij verdiept zich in de kerkgeschiedenis en in andere godsdiensten en stelt kritische vragen bij het werk van anderen, zo bij Spinoza’s “Ethica” of bij de lectuur van Strauss, die de mythische opvatting van de bijbel aantoont in “Das Leben Jesu”.
Samengevat kunnen we stellen dat geloof en evangelie niet getoetst kunnen worden aan rationalisme en filosofie. Geloof is een aparte categorie die boven filosofische en wetenschappelijke en criteria staat
Ook de moderen mens ontsnapt niet aan kritiek:
-Tegenwoordig schrijft en leest men enkel nog prullen zoals vlugschriften en pamfletten; niemand waagt zich nog aan een doorwrocht werk en dit geldt zowel voor auteurs als voor lezers ( p. 291-292).
Interessant zijn de bedenkingen met betrekking tot zijn publicaties uit die periode; hij streeft naar eigen zeggen geen roem na; integendeel, succes bij het publiek, zowel voor een schrijver als voor een predikant, is een veeg teken.

Doorgaans maakt Kierkegaard het zijn lezers niet gemakkelijk. Uitzonderingen zijn de korte invallen, kanttekeningen bij theater en literatuur, soms ook een idee voor een verhaal .

Besluit: deze nieuwe Duitse uitgave is uitstekend vertaald en geannoteerd; als illustratie zijn er ankele foto’s van manuscripten uit de journaals, kaarten met de plattegrond van Kopenhagen en van Berlijn plus de jaarkalenders van 1836 t.m. 1846.
Een waardevolle bijdrage tot de Kierkegaardstudie.

Hedwig van Damme

Geen opmerkingen: