vrijdag, januari 20, 2006

Bijeenkomst werkgroep 23 december

Verslag Vergadering 23 december 2005

Aanwezig: Jan Gysen, Sam Landuyt, Levi Matuszczak, Hedwig Van Damme, Fientje Van Otten, Aad van der Perk, André Vermaut, Chris Vonck

- Met Kerstmis in het verschiet en de viering van de verjaardag van Fientje en Hedwig, was de vergadering wat feestelijk gezellig (zie foto’s op de weblog, fotograaf Chris Vonck ontbreekt).
- Jan Gysen presenteert het door hem samengestelde boekje 'Artikelen dors. Wim Sixtus Scholtens, deel I. Daarmee wordt aan de leden van de werkgroep een kleine schat geschonken van waardevolle artikelen over Kierkegaard, die anders wellicht verloren zouden gaan.
- Jan Gysen maakte eveneens twee boekbesprekingen: zie weblog
§ Deutsche Kierkegaard Edition Band I, Journale und Aufzeichnungen
§ Kierkegaard Studies, Yearbook 2003
Gelezen en besproken wordt het Vde en laatste hoofdstuk van het Deel I van Daden van Liefde.
De uitdrukking “in de schuld staan bij elkaar” wordt nader besproken. Op het eerste ‘aanvoelen’ komt ons die uitdrukking onsympathiek tot oubollig over: ze roept herinneringen op aan oude kerk- en leslokalen waarin het steeds maar over plicht, zonde en schuld ging. Dit kan ons misleiden. De uitdrukking die Kierkegaard bedoelt is heel wat anders en = veel rijker van betekenis. Hij wijdt er trouwens een heel hoofdstuk aan. Er wordt b.v. verwezen in de groep naar de betekenis van het Engelse woord “indebted” en naar het feit dat K. zegt dat het om een oneindige, dus de facto nooit aflosbare schuld gaat. Ze is niet aflosbaar omdat ze niet voor berekening vatbaar is. Berekening zou de schuld een maat geven en er een einde aan maken. Van zodra men begint te rekenen, te vergelijken, gaat de wezenlijke betekenis van het “in de schuld blijven staan” van de liefde verloren. Net zoals de liefde niet voor berekening vatbaar is - “omdat ze niet bij zichzelf vertoeft, nooit tot voorwerp kan of mag worden - is ook het “in de schuld blijven staan voor wat de liefde betreft” niet kwantitatief. K. noemt ze daarom “oneindige schuld.”

Grondregels, grondgedachten van dit hoofdstuk zijn: “alles wat men in leven wil houden moet bewaard blijven in zijn element” (pag. 176), zoals de vis in het water moet blijven om te kunnen overleven. Het element van de liefde is de oneindigheid, ze is “bestemd voor vrijheid en leven” en blijft met behulp van de “oneindige schuld” voortdurend in haar element. Wordt ze uit dit, haar element, ook maar even geheven, dan sterft de liefde onmiddellijk, “wat juist een bewijs voor haar volmaaktheid is, dus voor het feit dat de liefde alleen maar kan leven in de oneindigheid”

Vanuit de oneindigheid van de schuld tegenover elkaar, voor wat de liefde betreft, komt haar ernst voort. Ernst die zich uit in het handelen en die “het vertoeven bij zichzelf” uitsluit (doordat men zichzelf zou gaan bekijken, vergelijken enz.). Doen is ernst, altijd. Niet de “dierlijke ernst” van het dier dat niet uit zijn sjablonen van het instinctieve handelen los kan komen, maar het doen (Daden van Liefde!) in de ernst van de oneindigheid, de oneindige schuld in de liefde. Ernst ontstaat, is gelegen in leven voor iemand die je hebt leren kennen in en door de liefde, die je hiermede onherroepelijk uit je zelf haalt en je jezelf doet overstijgen. Dit is zó ernstig dat men er wil voor leven en ook voor sterven.

Verschillende vormen of formuleringen van liefhebben worden daarbij nog terloops vergeleken. Er is de westerse vorm van “romantische liefde”tussen twee partners van uit een persoonlijke en vrije keuze, daartegenover staat de beleving en formulering door de Chinese, Indische of Afrikaanse mensen, die veel meer in het groeps-ik van familie en dorp ingebed gebleven zijn en nog sterk de schuld van de liefde aan elkaar, als familie, clan of dorp beleven. Iets wat de westerling handig aan de sociale zekerheid en tutti quanti overgedragen heeft. Wat hem of haar overigens nog niet tot een liefdeloze mens op maatschappelijk gebied hoeft te maken.

vrijdag, 27 januari - 16.00 u. wordt begonnen met het eerste hoofdstuk van Deel II van Daden van Liefde. Sam Landuyt

Geen opmerkingen: