Werkgroep Kierkegaard - Verslag van januari 2007
Aanwezig: Jan Gysen, Sam Landuyt, Levi Matuszczack, Rit Van den Bergh, Aad Van der Perk, Fientje Van Otten, André Vermaut, Chris Vonck.
Verontschuldigd: Hedwig Van Damme, Marc Goetinck.
Daden van Liefde II, hoofdstuk X - De Liefdedaad om de liefde aan te prijzen
Zelfverloochening naar binnen toe, is waarin de daad van aanprijzen van de liefde moet gebeuren. Het woord zelfverloochening (pag. 338) roept vragen op. Wat staat er precies in het Deens? Het betekent, in de context genomen, wel zo veel als ‘zichzelf niet als het centrum of referentiepunt van de wereld bezien’, afzien van eigen glorie. Toch niet een ziekelijke neurotische negatie van het ik in zijn levensbelangen? Zo moet ook naar buiten toe dit aanprijzen van de liefde in onbaatzuchtigheid gebeuren, het pendant van de zelfverloochening naar de innerlijkheid toe.
K. beklemtoont andermaal de universaliteit van de liefde en haar veeleisendheid, of is het alles eisend, in absolute zin eisend, vandaar het gebod van de liefde? U moet ze allemaal liefhebben, de mensen.? Niet preferentieel één of enkelen of degenen die je bevallen, maar allen, zonder onderscheid. Hoe is dit precies te verstaan bij K. en… bij Christus? “"En iedereen die zijn huis, broers of zussen, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen" (Mt. 19,29 en Mk. 10, 29, Lk.18, 29) . Is dit een typisch joods – christelijke benadering - bvb niet zo geformuleerd in de hindoewijsheid - in de context van zondeval en verlossing? Wat is “de zelfzucht van de menselijke geest die moet gebroken worden wil men de ware verhouding tot God winnen”? (pag. 339). Of is liefde ingebouwd, als overal aanwezige mogelijkheid, in het leven zelf en in het bijzonder in de levende mens? En staat dan het gebod van de liefde als waarborg tegenover het feit dat liefhebben, daden van liefde stellen niet ‘vanzelfsprekend’ is voor de mens en door hem / haar moet gewild worden? “Wie wil liefhebben wordt het gegeven”
De bespreking wordt zoals steeds geanimeerd, de tekstkritiek wordt verlaten en er wordt meer geput uit eigen belevingen en ervaringen. Dit is meestal het interessantste deel van onze bijeenkomsten, zij het wel het minst filosofisch - rationele deel. Maar we delen onder elkaar onze bijzondere en eigen wijze van liefhebben, van liefde ervaren en beschrijven en ook dat is “aanprijzen van de liefde”.
Volgende bijeenkomst: 23 februari te 16 uur
wijken we even af van het klassiek patroon. Het project van Dr. Jan Gysen in India, waarover hij ons een aantal maanden geleden sprak, is bekroond door Unesco en in maart as. is hij uitgenodigd om dit in Maleisië te gaan voorstellen. Wat bij ons de vraag deed rijzen: als Dr. Gysen ons hiervan nu eens de primeur zou geven en deze ‘concrete’ daden van liefde in de bijeenkomst van februari zou voorstellen. Waarop Fientje Van Otten, pas terug van India, meer bepaald Gujarat, - waar ze ook bijna elke dag geconfronteerd werden met dergelijke ‘concrete’ daden van liefde – voorstelde ook hun ervaringen hieraan te koppelen en de bijeenkomst februari helemaal te wijden aan deze ‘concrete’ daden van liefde, met de nodige fotodocumentatie en toelichting van enkele medereizigers. Voor de vergadering van maart staat dan de bespreking van het besluit van het boek Daden van Liefde op het programma.
S. Landuyt
dinsdag, maart 20, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten