Werkgroep Kierkegaard - Verslag van de Bijeenkomst van 23.02.09
Aanwezig: Sam Landuyt, Noël Melis, , Hedwig Van Damme, Rit Van den Bergh, Fientje Van Otten, André Vermaut, Chris Vonck.
Afwezig en verontschuldigd: Jan Gysen, Levi Matuszczak, Aad Van der Perk, Bavo Van Eesbroeck.
Werken:
Filosofie, 2-maandelijks tijdschrift van de stichting informatie filosofie jg. 19, nr. 1, febr./mar 2009. Nummer gewijd aan Kierkegaard.
We lezen vanaf p 181. K. beschrijft een “beeld” van Romeo en Julia als liefdespaar , “een verwijlen in de schone situatie der verliefdheid … en wel zo dat het wezenlijke van een liefdesrelatie tot uitdrukking wordt gebracht” (P. 181). Het is wellicht een soort zelfverdediging. Immers, zoals alle ‘grote liefdes’ eindigt deze ook ongelukkig. “Het is een liefdespaar, “maar een echtpaar is het niet”. Daartoe heeft het te veel van het onvoltooide, wankelende, het is het evenwicht van het besluit, de hogere onmiddellijkheid van het religieuze” (183). En dan volgt een kernachtige samenvatting van deze uitgebeelde toestand: “de verliefdheid zegt: voor eeuwig de uwe; de huwelijksvoltrekking zegt: gij zult alles verlaten om haar toe te behoren; de bedenking zegt: houd haar maar” (181). Even verder zegt K.: “ik ken een hoger leven” (dan de huwelijkse staat), maar “wee hem die zonder het recht daartoe te hebben het huwelijk wil passeren” (183). Wij vergelijken dit uitgebeelde wankele evenwicht even met een andere ‘dichterlijke’ uitbeelding van een vorm van liefde/verliefdheid: de middeleeuwse, ridderlijke, ‘hoofse’ liefde. De hoofse liefde is echter geen liefde, maar erotisch verlangen, omgezet in verering. De toestand van een ‘echte aanbidder’ dus… We denken ook even samen met K. aan de “verwerping van het vlees” in de kerk van de Middeleeuwen en de (latere) benoeming van “vergoddelijking van het vlees” als een vorm van geestelijke hoogmoed, hier in de gedaante van intellectualiteit. Kierkegaard gaat dan verder met een uitgebreide tirade tegen deze intellectualiteit en de excentriciteit die ze meebrengt (184 – 185). “De zuivere intellectualiteit is… een enorme abstractie en aan gene zijde van de abstractie wordt niets waargenomen, niets, zelfs niet de verste aanduiding van een religieuze idee” (185). In het daarop volgende overzicht van eventuele gegronde (steeds toch filosofische) tegenwerpingen tegen het huwelijk gaan dan een aantal bladzijden over dergelijke, door de rede opgebouwde “uitvluchten” die voor ons moeilijke bladzijden waren, niet altijd zo logisch of helder opgebouwd. Tenslotte komt hij tot de bespreking van de religieuze exceptie: degene die voor K. , als ze bestaat, de enige exceptie is die kan aanvaard worden.
Volgende bijeenkomst op 27 maart te 16 uur.
Next meeting: Mars 27th, 16 p.m. You are welcome!
Vergeten we niet ons lidgeld/abonnementsgeld Acta Comparanda te betalen voor 2008 – 2009? 15 EURO. Rekeningnummer:
Please, don’t forget your subscription for 2008 – 2009: Working Group and Acta Comparanda 2009. €15. , Bank account:
dinsdag, mei 26, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten