Aanwezig: Lydia Bonte, Sam Landuyt, Noël Melis, Gisèle Peeters, Paul Plompen, Viviane Vermaut, Hedwig Van Damme, Rit Van den Berg, Fientje Van Otten, Chris Vonck.
Afwezig en verontschuldigd: J.L. Bogaerts , Jan Gysen, Levi Matuszczak, Aad Van der Perk.
Uitnodiging (mail 13 december 2011) aan Inigo Bocken, voorzitter Werkgroep.
EVERY PLACE IS A DANCE SPACE - A COMICAL TAKE ON A DEADLY SERIOUS MATTER:
I want to let … you know, that I will be tourring internationally with a new english version of “Every Space is a Dance Space” in oktober and november 2012 ... and that I sincerely hope this tour will include Belgium
Claus Damgaard
deze informatie op het secretariaat van de FVG - Flyer in English and Danish on request
___________________________________________
We bespreken verder §1. van het vierde hoofdstuk van Het Begrip Angst, de pagina’s 238 – 242 van onze vertaling van Sperna Weiland. a. Eens de zonde gesteld is, is ze van mogelijkheid tot een werkelijkheid geworden die echter geen recht van bestaan heeft. Vandaar dat de angst optreedt omdat deze zonde nu genegeerd moet worden. De sluwe sofistiek van de angst doet dat werk. b. De zonde heeft ook haar consequentie in zichzelf. Er is altijd de mogelijkheid van een nieuwe zonde, nog dieper wegzinken. Dit ook wekt angst. De zonde is nooit abstract, maar altijd concreet. De angst wil die concrete toestand weg hebben, maar altijd slechts tot op een bepaalde hoogte…Het berouw als zondebewustzijn komt hier eerder zelden voor.
c. In het berouw wordt de zonde door het individu als werkelijkheid gesteld, al heeft ze geen recht van bestaan. Het berouw is echter niet de vrijheid van het individu, maar is verlaagd tot een mogelijkheid. Het berouw volgt de zonde, loopt er achter aan en beschouwt de consequentie van de zonde als het ondergaan van straf. Een prachtige beschrijving van K. van deze ‘helse toestand van straf op aarde’, goed voor elke donderpreek. Het berouw wordt waanzinnig… Ons lijkt het eerder in een vorm van compulsiviteit geraakt te zijn dan van waanzin.
K. geeft voorbeelden aan uit het leven. Ze zijn vooral te zien bij de zogenaamde ‘diepere naturen’ zegt hij. Bedoelt hij soms zichzelf? Het verschijnsel kan zich evengoed voordoen met betrekking tot het zinnelijke: drank, drugs, ‘uitspattingen’, als tot het zogenaamde ‘hogere’: hoogmoed, opvliegendheid, haat, eigenzinnigheid, arglistigheid, afgunst. Het individu kan over dit alles berouw hebben – het heeft namelijk nog geen totale identificatie aangegaan met het kwade, zoals bij het demonische het geval zal zijn – maar berouw brengt geen echte bevrijding. Bovendien staat het berouw de daad in de weg. Men kan ook proberen dat voor zichzelf te verbergen. Het meest probate middel om te ontwijken is nog de zaken ter zijde schuiven en volkomen ‘geestloos’ worden: voortaan “reizen met de sneltrein” doorheen het wisselende landschap van de tijdelijkheid... Alleen geloof is het enige dat in waarheid het sofisme van berouw kan ontwapenen (en ontmaskeren?) “Moed om zonder angst de angst af te wijzen” (pag. 241). Het geloof vernietigt wel niet de angst, maar het onttrekt zich in eeuwige jeugd bestendig aan het doodsmoment van de angst. Alleen het geloof kan dat, want alleen in het geloof is de synthese eeuwig en ieder ogenblik mogelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten