donderdag, december 07, 2017

FVG -WERKGROEP KIERKEGAARD




Verslag Bijeenkomst 17 november 2017 & Uitnodiging Bijeenkomst 8 december 2017

Aanwezig: Geert Cornelis, Biserat Abebe, Rudi Degraeve, Eric De Keyser, Sam Landuyt, Gisèle Peeters, Fientje Van Otten, Chris Vonck. 
Afwezig en verontschuldigd: Rit Van den Bergh.

Verslag van de Bijeenkomst van 17 november

We aanhoren de samenvatting van het te lezen gedeelte van het Werk van onze K. :
                Het Gezichtspunt van mijn Schrijverswerkzaamheid (Damon) / The point of view from my            Work as an Author (Harper & Row).
 Hoofdstuk II. De ongelijkheid van mijn persoonlijk existeren overeenkomstig de wezensongelijkheid van de productiviteit:  A. Het persoonlijk existeren in relatie tot de esthetische productiviteit, B. Het  persoonlijke existeren in relatie tot de religieuze productiviteit.
Deze samenvatting wordt ons ditmaal gebracht door Sam Landuyt. Zie tekst op de weblog.
Daarop volgt een geanimeerd gesprek onder de aanwezigen, met heel wat spontane outing van vrij innerlijke, daarom nog geen intieme items van de leden onder elkaar. Onze vriendschap met elkaar, die we zo goed aanvoelden bij het recente overlijden van Hedwig Van Damme, laat ons dat toe.
Het werd een zeer boeiend gesprek, dat ook de schrijver en religieuze mens Kierkegaard zou gewaardeerd hebben, want het verbond de “ernst” aan de woorden, die aldus van levendige overtuiging tot levende daad, levensdaden worden/komen.
De vraag werd wel gesteld waarom Kierkegaard blijkbaar zo langdradig en moeilijk doet over zijn eerste, zogenaamd esthetische schrijversperiode. Hij zegt:  “ik wist warempel  heel goed wat ik deed” en we geloven hem “dat hij van meet af aan een religieus schrijver was”, maar een aangepaste toegangsweg zocht naar zijn lezerspubliek van het toenmalige Kopenhagen, publiek dat nogal vrijblijvend omsprong met zijn eigenste ‘christelijkheid’, zeg maar “behoren tot de christenheid”, maar daarom nog geen echte gelovige van het Christendom zijn of volgeling van Jezus Christus… Iemand van ons noemde het later een soort van “cynisch geloof”. Wat onze Kierkegaard ook zegt of beweert, hij bleef het er moeilijk mee hebben, dat is duidelijk.
K. beschrijft in verband met deze eerste periode van zijn ‘incognito christendom’ in zijn werken ook belangrijke dingen, onder meer over het fenomeen van het “groeps-massabewustzijn” waarin niet “de enkeling” (de “existentiële optie” van K.) maar “de menigte” het voor het zeggen heeft en waarbij toen al de prilste bewegingen van de komende sociale strijd in Europa verschenen en die ook toen al door een gerichte  propaganda van een bepaalde pers gemanipuleerd werden. De “ironie van de enkeling” wordt ‘vulgariteit’ als ze zogenaamd van de menigte afkomstig is. Het blijft toch de Kierkegaard die niet helemaal rond komt met zijns gelijken van de pers en publieke opinie van de welgestelde burgerij van de havenstad Kopenhagen, hoe dan ook.
Het meest waardevolle wat K. over zichzelf en die periode zegt is wellicht wat hij op het einde van hoofdstuk III over de ganse periode van zijn schrijverschap zegt:
“Dus, de hele schrijverswerkzaamheid draait hierom: in de christenheid christen te worden. En dit is de uitdrukking van de rol van de Voorzienigheid in het schrijverschap: namelijk dat de schrijver diegene is die zelf op die manier is opgevoed, echter zich daar van het begin af aan van bewust (is/was)” (pag. 82).
Opgevoed door wie of wat echter? Door zijn ouders (vader!) door zichzelf, de reeds van in het begin (aangeboren?) aanwezige christen die hij was en/of door de helpende hand van de alles Voorziende Vader in de hemel, in de Persoon van Zijn Zoon Jezus Christus, in de Heilige Geest ervan, hierbij geholpen door Zijn engelen en heiligen en door alle geschikte omstandigheden?
Wellicht is  dat ook de uitleg van het wat ‘cynische’ aspect van zijn geloof/geloven, van het schijnbaar wat onechte of hypocritische van zijn ‘esthetisch’ schrijverschap: de uitdrukking van zijn toen nog wat aarzelende, te verlegen, nog onvolwassen, onvolgroeide, maar toch aanwezige roeping tot christen zijn/worden. Een roeping die bij elke mens van uit de diepte komt van het Zelf “dat geest is” (K.)? Dus christen worden “al doende lerende”…

Volgende Bijeenkomst: 8 december 17u.

We aanhoren en bespreken de samenvatting van hoofdstuk III van het Tweede Deel: De rol van de Voorzienigheid in mijn schrijverschap; uitgave Damon /The share divine Governance had in my authorship; uitgave Harper & Row, New York.
We lezen verder: De Enkeling pag. 95 – 134. Damon / The individual 107 - 138. Harper & Row, New York

Invitation for our international friends

The meeting of the Working Group Kierkegaard, on December 8th at 17h. Reading of Chapter III of “The point of view for my work as an author: The Share Divine Governance had in my authorship”. We also start with the reading of “The Individual’ (107 – 136).

                                                                                                                                       S. Landuyt


Geen opmerkingen: