dinsdag, februari 08, 2005

Bijeenkomst Werkgroep 17 december 2004

VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST

Kierkegaard - Daden van Liefde IIB - Je zult 'de naaste' liefhebben.

Aanwezig: S. Landuyt, R.Van den Bergh, A.van der Perk, F. Van Otten, A.Vermaut, Chr.Vonck
Verontschuldigd: J.Gysen, D.Kjaer Christiansen, E. Lodewyckx, L.Matuszczak, H. Van Damme.

De discussie over hoofdstuk IIB verliep over twee krachtlijnen:
1. Kritische vragen over hoe Kierkegaard denkt en formuleert over de voorkeursliefde en de stap naar het gebod van de liefde tot de naaste.
2. Geleidelijk vinden van meer duidelijkheid en eenstemmigheid over de grondstellingen van Kierkegaard, doorheen en ondanks de kritische vragen in 1.

- Waarom staat er “de naaste”, als iedereen een mogelijke naaste is? Of, zoals anderen opmerkten, niet alleen een mogelijke, maar een werkelijke naaste is ("de naaste”, die door het gebod van “je zult”, ‘eeuwig’, d.i. werkelijk en onverwoestbaar wordt). De naaste is tegelijk singulier en universeel. (Cf. Paul Moyaert die het vinden van de naaste “een onderbreking van het dagelijks leven” noemt, wat voor Kierkegaard overeenkomt met 'Het Ogenblik', een 'Gebeurtenis' tegenover een leven van gewoonten.

- De naaste staat/ blijft ook steeds op afstand; kun je niet nader komen, wat in de voorkeursliefde wel het geval is? (Cf gedrag van de Samaritaan in de parabel; nuchterheid van zijn optreden als “naaste tegenover de naaste”).

- De naaste is ook steeds “ de andere”, de eerste “gij” en niet de “andere ik”, zoals in de voorkeursliefde. Maar is de liefde, zoals ze in de voorkeursliefde (bewaakt door haar schildwacht die de jaloezie is) niet een oefening in liefde? En is de liefde tot het andere ik, zoals ze verschijnt in de huwelijks- of liefdespartner niet een eerste benadering van de echte liefde? - Is de beschrijving van Kierkegaard - om didactische redenen of uit gebrek aan langdurige huwelijkservaring - beperkt en toegespitst op de “romantische”, dichterlijke voorkeursliefde of zelfs de verliefdheid, tout court met voorbijgaan van andere formuleringen van liefde zoals ouder-kindliefde, de gerijpte huwelijksliefde? Is Kierkegaard zelfs heimelijk niet denigrerend (uit frustratie omwille van zijn misgelopen relatie?) over de verliefdheid, door ze eerst de hemel in te prijzen als “romantische” liefde, om ze daarna bijna waardeloos te maken (“van den troon te stoten”…) tegenover de echte, d.i. werkelijke liefde, die in de liefde tot de naaste haar uitdrukking vindt?

- Is het Zelf (of het ‘alter ego’ in de romantische liefde), of de zelf-zucht (zuchtigheid, verslaving) de hinderpaal in de realisatie van de liefde die vanuit de geest geboren is? Of is het alter ego liefhebben steeds de misleiding? Er wordt opgemerkt dat wanneer 'ik' en 'jij' mekaar ontmoeten er een 'wij' ontstaat en het is 'in de geest' dat die wij door de twee betrokken mensen geformuleerd wordt uit hun liefde en deze onverwoestbaar 'eeuwig' maakt. Als zaak van de geest is het niet 'materieel' in de zin van fysiek.

Dat is zo wat het voornaamste waarover 'geboomd' werd, maar er was natuurlijk nog veel meer, de éne bedenking al diepgaander dan de andere. Ik wil dit verslag niet afsluiten zonder één van die ‘diepe' doordenkertjes mee te geven: "Woord wordt Vlees, elk Woord zal Vlees moeten worden of anders was er beter geen Woord", Is dat geen echte Kerstwens?

Volgende samenkomst, vrijdag, 28 januari 2005, 20 u. We lezen verder. Stap goed van 't oud in 't nieuwe jaar. Tot dan!
Sam Landuyt en F. Van Otten

After having read Chapter IIB - You shall love your neighbour, critical questions were asked about how K describes preferential love and the step to the commandment of love for the neighbour. On hand of the questions formulated, we tried to understand better how K thinks.

Attention: We are all invited on ‘The Fifth International Kierkegaard Conference 2005’, June 11/15 2005, St.Olaf College, Northfield, Minnesota, USA. Alle geïnteresseerden zijn welkom.
Inlichtingen / more information: contact(eer) FVG.

Geen opmerkingen: