dinsdag, februari 08, 2005

Bijeenkomst Werkgroep 29 oktober en 26 november 2O04

VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST

Aanwezig: J. Gysen, S. Landuyt, L. Matuszcak, R. Van den Bergh, A. van der Perk, F.Van Otten, A.Vermaut, Chr.Vonck.
Verontschuldigd: D. Kjaer Christiansen, E. Lodewyckx, H. Van Damme.

Wat een aangename taak het verslag te mogen maken als je de tekst toegestuurd krijgt! Sam was zo lief mij zijn samenvattende nota's (zoals hij het gehoord en onthouden heeft) te bezorgen; dus… ik maak er dankbaar gebruik van.

'Het gebod lief te hebben is dé moeilijkheid waarmee Kierkegaard tracht in het reine te komen. Twee versies van lezen worden naar voor gebracht:
Gebod bij K is een 'zoet gebod', een zoetmiddel om de zware eisen van de liefde verteerbaar te maken en de verloren gelopen mens wegwijzers te geven die hem/haar terugbrengen op de weg die hij door en in de zondeval verloren was (is) in afwachting van of als deel van de Verlossing (Sam).

Gebod is bij K emanatie van zijn streven naar absolute liefde die gevestigd is in eeuwigheid (= bestendigheid) en waarbij K zijn mislukte relatie met Regina van zich afschrijft. Hij is denigrerend over de 'voorbijgaande, vergankelijke, dichterlijke voorkeursliefde' en is op zoek naar de onverwoestbare, eeuwige liefde. Neurotische onderbouw echter van zijn filosofische uiteenzetting (cf. De heiligen of mystici die een subtiele hoogmoed, soms een verborgen neurose koesteren in hun onophoudend zoeken naar het absolute). (Rit)

K stelt plicht en gebod centraal om uit de onmiddellijkheid en onbestendigheid te komen maar uit het verdere gesprek blijkt dat ieder van de groep de tekst van K op een verschillende manier leest en verstaat en dat dit blijkbaar te maken heeft met de persoonlijke 'vooronderstellingen' die hem/haar eigen geworden zijn en voeden. Elk van die versies heeft recht gehoord te worden en het is wel goed dat iedereen weet heeft van die van de anderen. André beleeft de dingen vanuit de 'oneindigheid' waarin de liefde als mogelijkheid? energie? overal in de kosmos aanwezig is, en a.h.w. alles doorstraalt, wat hij zelf noemt 'eerder van pantheïstische aard'. Terwijl voor Sam de liefde exclusief gebonden lijkt aan leven, aan levende wezens op aarde, w.o. in het bijzonder de mensen, aan levende wezens in andere sferen van werkelijkheid en aan de levende God. (Sam zag de overige leden van de groep bijna onder tafel duiken van het verschieten wanneer hij vertelde dat hij de bijna levenslange ervaring heeft van de aanwezigheid van de levende God en soms ook wel in echte dialoog is met Hem, als levende God dus… Dat hij bidt tot Hem, nog tot daar aan toe, maar dat God ook spreekt tot Hem, dat was wel wat veel op één avond. Sam zal daar later wel meer uitleg over willen geven. Hij zei in elk geval al 'dat het heel gewoon en eenvoudig was". Komt het door de genen? Sam maakte terloops allusie op de recente ontdekking van het gen dat verantwoordelijk lijkt te zijn voor wat we 'spiritualiteit' noemen (cf. Mystici, sufi's, New age adepten, enz.) niet te verwarren met religiositeit. Religiositeit wordt overgedragen door opvoeding en is niet aangeboren. Althans zo luidt de gegeven uitleg.

Voor de volgende bijeenkomst, omwille van de eindejaarsfestiviteiten een week vroeger gepland, namelijk op vrijdag, 17 december, zoals altijd om 20 uur zetten wij verdere stappen op het pad van de liefde. De te lezen tekst vindt u hierbij.

Veel leesgenot en tot dan,

Fientje Van Otten (met de woorden van Sam Landuyt)

K is trying in this chapter to explain the apparent paradox of the commandment "Thou shall love". In fact the commandment is a necessity to articulate love to the absolute, to the eternal. Otherwise love is changeable and can perish. Only eternal love is everlasting.

Bijeenkomst Werkgroep Vrijdag 29 oktober 2004

VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST


Aanwezig: J. Gysen, D. Kjaer Christiansen, S. Landuyt, L. Matuszczak, R. Van den Bergh, A. van der Perk, F.Van Otten, A.Vermaut, Chr.Vonck.
Verontschuldigd: E. Lodewyckx, H. Van Damme.


Het was weer een ‘werkgroep’ met evenveel nadruk op ‘groep’ als op ‘werk’. Hartelijk welkom aan Sam Landuyt, de nieuwkomer. Iedereen was het roerend eens dat de te lezen tekst ‘Over het verborgen leven van de liefde…’ een mooie tekst was. Maar het zou geen tekst van K zijn als hij ook niet ‘scherp’ was, de ‘waanwijze’, (wat een mooi woord), hij die zichzelf bedriegt, wordt genadeloos in zijn hemd gezet. In de liefde geloven, dat is de eerste vereiste.


‘Wat is namelijk de verbinding van het tijdelijke met het eeuwige? Wat is dat anders dan de liefde! Daarom is de liefde er juist voor al het andere en blijft zij tot alles voorbij is.‘ Hier kunnen wij K bijtreden: voor André is ‘de liefde alles’ en Levi hoort Corinthiërs 13 klinken. ‘De christelijke liefde blijft en juist daarom is zij. Wat vergaat, dat bloeit, en wat bloeit, vergaat, maar wat is laat zich niet bezingen; het moet worden geloofd en doorleefd.’


Als de liefde wordt gekend aan haar vruchten, zoals in de titel vermeld, dan betekent dit dat zij in zekere zin in het verborgene leeft. Waar komt de liefde vandaan? Waar ontmoeten wij haar? ‘Het is een plaats in het binnenste van de mens’ zegt K, maar die plaats kan je niet zien, hoe diep je ook binnen dringt, de ‘oorsprong’ blijft in het verborgene, de ‘afstand’ onttrekt hem aan je oog… De menselijke liefde heeft haar oorsprong in Gods Liefde en zou God niet Liefde zijn dan bestond er geen menselijke liefde. ‘Dit verborgen leven is in zichzelf ‘beweging’ en draagt het eeuwige in zich. … Misschien laat de mens het eeuwige te weinig in zijn leven toe en krijgt de liefde daardoor geen kans zich vast te zetten. Toch is dit geworteld zijn een wezenlijke voorwaarde voor het kunnen dragen van eigen vruchten, waaraan de liefde kenbaar is.’
Maar er is geen enkel zo, op die manier, waardoor men onvoorwaardelijk de aanwezigheid van de liefde bewijst of bewijst dat ze niet aanwezig is. Het gaat om het ‘hoe’. Er zijn daden die ‘liefdedaden’ worden genoemd, maar iemand die aalmoezen geeft, weduwen bezoekt, enz. bewijst daarmee niet dat hij de liefde bezit, men kan liefdedaden stellen op een zelfzuchtige manier. En K eindigt de tekst zoals hij begon: ‘Geloof in de liefde’ dat is het eerste en het laatste wat over haar te zeggen valt als men haar willen leren kennen. ‘Slechts hij die in de liefde blijft, kan liefde herkennen, evenals zijn liefde herkend wordt’.


Wanneer ik zoveel van K geciteerd heb, dan is dat niet om het mij gemakkelijker te maken maar omdat ik het helemaal niet anders of beter kan zeggen. Voor de volgende bijeenkomst staat ‘Gij zult beminnen’ op het menu. De tekst vind je hierbij, begin er tijdig aan want ik vrees dat het een ‘zware’ boterham is. Veel leesgenot. Tot vrijdag, 26 november, 20 u.


Fientje Van Otten.


We read the first chapter of ‘Works of Love’: ‘The hidden life of Love…’ which, like a tree, can be recognised on his fruits. But the necessary attitude is ‘to believe in love’, a proud intellect, only believing what it sees, cannot approach it. Love is before everything and when everything is gone, it still is. Its source is in Gods Love and without Gods Love there would be no human love. When man lets the eternal take root into his life, then love also becomes solidly rooted in his life. Only then he can bear fruits on which love can be recognised.


UITNODIGING VOOR HET AKADEMIEJAAR 2004 - 2005

F.V.G. – WERKGROEP ‘KIERKEGAARD’


Wilrijk, 19 oktober 2004.


Beste,

De eerste bijeenkomst van het nieuwe werkjaar van de ‘Kierkegaard Werkgroep’ begon – wat het aantal aanwezigen betrof – in mineur, zoals het vorig werkjaar geëindigd was.

Dit is dan ook geen verslag,
maar eerder een verzoek om even stil te staan bij de vraag:
of u nog wel tijd kan of wil vrijmaken voor de maandelijkse bijeenkomsten.

Iedereen heeft het natuurlijk druk, tijd is een kostbaar gegeven waarmee zuinig moet worden omgesprongen, het komt er soms op aan prioriteiten te leggen en keuzes te maken, allemaal waar, maar is dat de echte reden waarom zo weinig geïnteresseerden opdagen? Niet dat een grote groep aanwezigen synoniem zou zijn van een ‘vruchtbare werkavond’, de samenkomst op vrijdag, 1 oktober was daarvan het bewijs: wij lazen inderdaad het eerste stukje van ‘Daden van Liefde’ (we – dat waren André, Rit, Chris en ik) na eerst lang geaarzeld te hebben of we er wel zouden aan beginnen en die korte tekst hebben we samen tot op het bot opengelegd, het kan dus toch!

Daarom nog eens die oproep aan ieder van u die af en toe eens intenser wil nadenken en daar ook een inspanning voor wil doen. Hierbij vinden jullie de tekst die we volgende keer, dat is vrijdag, 29 oktober om 20 uur zouden willen lezen. De werkwijze die we daarbij zullen volgen is dat ieder om beurten een klein stukje leest en dat we dan daarover van gedachten wisselen of vragen stellen. Maar het is natuurlijk aangewezen dat u de tekst vooraf gelezen hebt, dat vergemakkelijkt de discussie en vermijdt dat deelnemers erbij zitten ‘voor spek en bonen’.

Sorry voor het non-conforme en persoonlijke van deze brief en ook sorry voor het aandringen, maar mijn toch al enkele jaren deelname aan de Werkgroep hebben me ervan overtuigd dat K nog altijd iets - of eerder veel - te zeggen heeft voor de mens van vandaag; ook al zijn de teksten soms moeilijk en doet de taal verouderd aan, het gaat nog altijd om ‘onze concrete existentie’. Laat dit meespelen bij je beslissing al dan niet mee te doen tijdens het volgende werkjaar.

Om af te sluiten, nog een aansporing en een doordenkertje van K ‘himself’:

Mijn dierbare lezer, lees, zo mogelijk, hardop! Als je dat doet, dan dank ik je daarvoor. Als je het niet alleen zelf doet, maar ook anderen daartoe nog aanspoort, dank ik je in het bijzonder, nogmaals en nogmaals!
Want door luidop te lezen zul je het sterkst ervaren dat jij alleen met jezelf te doen hebt; dus niet met mij, want ik ben ‘zonder gezag’ en ook niet met anderen, want dat zou je aandacht maar afleiden. (uit ‘Tot zelfonderzoek mijn tijdgenoten aanbevolen, augustus 1851)

Bij leven en welzijn,
Tot 29 oktober a.s.?

Fientje Van Otten.


Geen opmerkingen: